Het loopt nog geen storm bij het Stedelijk Museum in Coevorden. De oudste stad van Drenthe ontwaakt maar langzaam op deze mistige dinsdagochtend: meer dan een handjevol mensen loopt er niet op straat. Ook voor het museum staat geen rij, en dat terwijl de instelling toch een maand dicht is geweest. ‘Hoeveel bezoekers er vandaag komen’, zegt directeur Rik Klaucke, ‘doet er in feite niet heel veel toe. Het gaat om het statement dat we afgeven door open te zijn’.
De gezichten van de vrijwilligers van het museum spreken in ieder geval boekdelen. Ze zijn blij dat hun museum vandaag de deuren heeft geopend. ‘Geweldig’, noemt Marinus Oost (75) het, die hier normaal gesproken wekelijks te vinden is. De rol die het museum voor de vrijwilligers vervult is vooral die van het ‘onder de mensen zijn’. ‘Wij verloren met de sluiting ook onze functie als sociale ontmoetingsplek’, zegt directoreur Klaucke.
De laatste persconferentie, waarin premier Mark Rutte en minister Ernst Kuipers aankondigden dat winkels hun deuren weer mochten openen, in tegenstelling tot culturele instellingen, was voor Klaucke de druppel. ‘Het voelt teleurstellend en interecht’, schreef de directeur op de website van het museum. ‘Wij zien geen verschil tussen een commerciële doorstroomlocatie als een Bijenkorf en een culturele doorstroomlocatie als een museum.’
Klaucke kon het toen naar eigen zeggen ‘niet meer aan zichzelf verkopen’ dat ze dicht waren. ‘We kunnen namelijk gewoon veilig open.’ Vandaag mogen er daarom per keer maximaal tien bezoekers naar binnen bij de tentoonstelling over de geschiedenis van Coevorden, Zuidoost-Drenthe, Nordhorn en Graafschap Bentheim. Uiteraard met mondkapjes en voldoende afstand.
‘Ik wil het geen muiten noemen’, zegt directoreur Klaucke, ‘maar burgerlijke ongehoorzaamheid.’ Vooralsnog schitteren de handhavers deze ochtend door afwezigheid. Wel wordt er, vanaf de overkant waar het gemeentehuis zit, een oogje in het zeil gehouden. ‘Mocht het escaleren, dan grijpen we in’, zegt Liesbeth Mennink, woordvoerder van de burgmeester. ‘Maar zoals het er nu naar uitziet gaan we niet actief handhaven. We hebben begrip voor het statement. We verwachten dat ze morgen weer gewoon dicht zijn.’
Kwam er lange tijd relatief weinig protest uit de hoek van de musea, sinds de laatste persconferentie lijkt er iets veranderd. Dat ziet look Jan Zoet, voorzitter van de Taskforce cultuursector. ‘We begrijpen het gewoon echt niet meer. Er is qua risico geen verschil tussen een museum en een winkel.’
De openstelling in Coevorden komt een dag voor de grote actiedag van de culturele sector. Bezoekers kunnen die dag ‘op ludieke wijze’ sporten in onder andere het Van Gogh Museum, het Chabot Museum Rotterdam, het Groninger Museum en Slot Loevestein. Tegelijk is de actie ‘het Kapsalon Theater’, waarbij meer dan veertig theaters door het hele land in een kapsalon worden omgetoverd.
Vanuit epidemiologisch oogpunt is er weinig verschil tussen honderd mensen die door het Rijksmuseum schuifelen en honderd mensen die in een winkel rondneuzen. ‘Het zijn allemaal vergelijkbare contactmomenten’, zegt Marc Bonten, arts-microbioloog en OMT-lid. ‘Het gaat erom dat niet alles tegelijkertijd opengaat. Wat de hoogste prioriteit heeft is het onderwijs, dat is nu open. Het kabinet heeft daar zelf de winkels aan toegevoegd.’
Veel culturele instellingen beriepen zich afgelopen week op de fieldlabs uit het voorjaar van 2021, waarbij in hun ogen, werd aangetoond dat ze veilig open konden. Bonten: ‘We hebben nu een andere variant dan destijds. Ook blijkt de transmissie tussen gevaccineerden en ongevaccineerden veranderd, waardoor een QR-code minder goed werkt.’
Het kabinet zal dus, los van eerdere cijfers, een eigen afweging moeten maken welke sector straks meer ruimte krijgt, en waar voor hen de prioriteit ligt. Het valt Bonten in ieder geval wel op dat vrijwel elke sector van zichzelf zegt dat die ‘veilig is om te openen’. ‘Maar als dat zo was, dan hadden we natuurlijk geen pandemie.’
Avid music fanatic. Communicator. Social media expert. Award-winning bacon scholar. Alcohol fan.